Het bevrijdingsvuur

Gepubliceerd op 11 mei 2025 om 08:36

Onvergetelijk! De kortste samenvatting van een geweldig avontuur wat ik met mijn loopmaatjes mocht beleven. In de nacht van 4 op 5 mei hebben we, 20 atleten sterk, het bevrijdingsvuur in Wageningen opgehaald. En dat het een onvergetelijke ervaring zou worden konden we in de weken voorafgaand al bevroeden. Frank-Wim had de organisatie op zich genomen en hij heeft de voorbereiding grondig aangepakt. De lopers waren zodanig ingedeeld dat zowel minder ervaren QV-ers als ook de kilometervreters samen met elkaar konden oplopen. Sommigen liepen 5 kilometer, anderen 10 en er was ook aan gedacht aan kruisbestuiving waarbij ervaren lopers ook 5 kilometer in afwisseling met minder ervaren lopers meeliepen. Onze buren van de Rugbyclub en Heinen & Hopman hadden een personenbus ter beschikking gesteld. Voor pech en ongeval was bovendien het Rode Kruis paraat en de Oranjevereniging had voor de ravitaillering gezorgd met lunchpakketten en kratten vol krentenbollen. Liters koffie en thee waren ook aan boord, we hadden vier fietsers die opwekkende muziek ten gehore brachten en het vuur zou middels een stormlantaarn van herwaarts naar derwaarts vervoerd worden. Dus geen nepperij met het vuurtje uitblazen buiten Wageningen en stiekem aansteken in Bunschoten.

Dit wordt een verhaal over het verleggen van grenzen. Zondagavond om half zes vertrokken wij vanaf de Vinken, uitgezwaaid door onze loopmaatjes, familie en de verzamelde pers. De eerste etappe namen Frank-Wim, Zeger en Maurice voor hun rekening. Laatstgenoemde was onze mysteryguest, helaas was Wilco niet op tijd hersteld van zijn blessure en Maurice kon hierdoor te elfder ure alsnog meedoen. En dat zou hij weten ook. De toon werd meteen gezet, de heren draafden in soepele cadans richting Nijkerk, onderweg aangemoedigd door onze clubvoorzitter en zijn echtgenote. Vanuit de bus beschouwd leek het alsof het deze mannen geen enkele moeite kostte.

Trouwens: er speelde zich nog andere taferelen in de bus af. Gisanne was door haar lief voorzien van haar eigen maaltijd: pasta met tonijn, wraps met zalm, een fruitsalade, noem maar op. Tjsa, dan ga je geen bolletje kaas eten dus in het busje van Heinen & Hopman werd uitgebreid gedineerd want Gisanne deelde ruimhartig haar driegangenmenu met de overige inzittenden.

In Nijkerk aangekomen was het tijd voor de 1e wissel. Altijd een spannend moment en van de zenuwen doken verschillende atleten het struikgewas in. Onder applaus en gejuich werd het stokje overgedragen en vertrokken Ingrid, Alice, Simone, Annemarie en Aleida voor hun eerste 5 kilometer richting Zwartebroek. Daarna was het de beurt aan Lammert, Jacob, William en Zeger voor de 2 e keer. Zij liepen eveneens 5 kilometer richting Achterveld en deze etappe eindigde strategisch bij Snackbar de Arkel, voorzien van sanitair en een operationele frituur. Vooral dat laatste was superfijn want de lopers hadden (en sommige buszitters) hadden al de nodige calorieën verbrand terwijl de nacht nog voor ons lag. Alice is onze regelbaas en binnen luttele minuten stond er een schaal dampende bitterballen voor onze bus. De hoogcalorische waarde van een snack mag je nooit onderschatten, hoe vetter je eet des te gesmeerder je loopt.

En daar ging de volgende equipe: Annika, Melanie pakten de volgende vijf kilometer, Margreet ging voor de tien en Zeger ging ook weer mee. De oplettende lezer gaat hier al iets opvallen. Bijzonder was het moment rond 8 uur. We stopten middenin de polder en via een kleine luidspreker konden we The Last Post horen blazen waarna we twee minuten stilte met elkaar in acht namen. Het is indrukwekkend om met je loopmaatjes langs de kant van een boerenweg te beseffen dat anderen een ultiem offer voor onze vrijheid brachten. Nadat Albert-Jan de volgende 5 volmaakte met Margreet en Aleida was ik aan de beurt. Het tempo zat er zodanig in dat wij het wisselpunt voorbijschoten en het was nog geeneens donker. Met Arjan en Peter zou ik tien kilometer van Lunteren naar Bennekom rennen. Frank-Wim voegde zich ook bij ons gezelschap en dat zorgde voor een nieuwe dynamiek. De broers Hopman hadden het uitstekend naar hun zin, zingend en selfies makend voerden zij het looptempo op naar verontrustende waarden. Arjan en ik keken elkaar benauwd aan en prezen ons gelukkig dat wij in de slipstream van de broeders werden meegezogen. Het ging zo snel dat ik bijna niet meer kon praten en dat is een veeg teken in mijn geval. Afijn, mijn eerste grens werd hier verlegd. Nimmer liep ik een tien kilometer zo snel en nooit hield ik zo lang aaneengesloten mij snavel. Met de tong op de knieën arriveerde ik met mijn gelegenheidslopers bij het busje. 

Daar gingen Gisanne, Melissa en Karina voor de laatste etappe naar Wageningen O wacht, Zeger ging opnieuw mee voor een tien kilometer en Frank-Wim knoopte er ook nog een etappe aan vast. Hier gingen nog meer grenzen verlegd worden. In Wageningen aangekomen werden wij met onze busjes gedirigeerd naar een parkeerterrein. De verkeersregelaars moesten waarschijnlijk voor het donker thuis zijn want ik heb ze niet gezien, ook de verlichting was uitgezet en dit maakte het parkeren van vele witte busjes tot een hachelijke onderneming. Gelukkig speelde dit zich af op een parkeerterrein van een ziektekostenverzekeraar, declaraties van botbreuken en hersenschuddingen als gevolg van aanrijdingen of struikelpartijen konden ter plekke door de brievenbus worden geschoven. Er brandde slechts één verlossend licht, dat van de mobiel toiletunit. Bij de dames waren de toiletten (naar ik hoorde) voorzien van een whirlpoolfunctie hetgeen een sanitaire stop tot een bruisende ervaring maakte voor onze leeuwinnen. In de binnenstad was het feest! We hesen ons in onze gepersonaliseerde bevrijdingsloopshirts en kregen een bord met onze plaatsnaam overhandigd. Zo konden wij elkaar niet uit het oog verliezen want maar liefst vijfduizend lopers uit alle hoeken van ons land hadden zich verzameld. Via een kilometerslange fuik mochten wij ons opstellen om het uur in ontvangst te nemen. Dit was slim geregeld, want door de lengte bleven we de hele tijd in beweging.

Om 1 uur na middernacht was het onze beurt. Lammert, geboren in het bevrijdingsjaar, mocht namens Quo Vadis het bevrijdingsvuur in ontvangst nemen van de burgemeester van Wageningen die zelf overduidelijk uit een veel recenter bouwjaar stamde. De vlam werd vanaf de fakkel via een kaars ondergebracht in een olielamp (Frank-Wim heeft echt overal over nagedacht) en na het maken van onze teamfoto’s aanvaarden wij de terugreis door het holst van de nacht. Teruggekomen op het parkeerterrein bij Menzis wachtte ons een nieuwe verrassing, iemand had in onmetelijke wijsheid besloten de slagboom neer te laten. Een rij busjes stond in toenemende stadia van wanhoop naar deze barrière te kijken of sprak vruchteloos in de intercom. Zo niet de equipe van Quo Vadis, nog enig overleg verlieten wij hobbelend via een belendende route het terrein en konden wij op zoek naar de lopers die inmiddels al de nodige kilometers voorsprong hadden opgebouwd. 

In onze ijver namen wij echter een verkeerde afslag, maar een keer verdwalen hoort erbij. Via Google Maps zochten wij de locatie van de telefoon van Jacob, maar deze leek zich onbeweeglijk in een stadsvijver te bevinden. Gelukkig merkte onze chauffeur Henk tijdig een aantal atleten die vrolijk lachend in de nacht verdwenen, die kunnen alleen van Quo Vadis zijn en weldra hadden wij elkaar weer gevonden. En wacht; liep Zeger daar weer niet tussen? De terugreis was lang, donker en vooral voor onze fietsers erg koud. Mentaal was iedereen echter zo fit als een hoentje en de sfeer in de busjes was uitgelaten. Frank-Wim had inmiddels ook een extra nachtdienst van 10 kilometer gedraaid en Zeger bleef maar buiten lopen.. Desondanks begonnen het verstoorde slaapritme, de doodstille polder en de vele kilometers zoetjesaan hun tol te eisen. Bij de tweede stint moest de loopster naast Alice voorttijdig opgeven en dat is altijd verstandig. Lopen doe je namelijk voor je plezier en niet ten koste van je gezondheid, no spang. Maar ik voelde mezelf wel helemaal okee dus voordat ik na kon denken was ik de bus uitgesprongen om de laatste 

twee kilometer van Alice als haas van Baas te fungeren. Zij had immers eerder voor bitterballen gezorgd en voor wat hoort wat nietwaar? Samen liepen we door Veenendaal naar het wisselpunt en Alice ging echt tot het gaatje. Nadat ze was gefinisht heeft ze maar liefst tien minuten niks gezegd, daarna ging de knop weer om en stond Alice weer aan. Ook zij heeft haar grenzen verlegd. De tocht werd vervolgd door Lammert en hij bevond zich in het goede gezelschap van Annika, Melanie en Ingrid. Vanuit de bus sloegen wij hen, maar met name onze veteraan, met bewondering gaande. Bijna tachtig jaar en hij liep als een koning door de nacht, in totaal heeft Lammert tijdens deze expeditie tien kilometer in een prima tempo afgelegd. Ook hier werden de grenzen verlegd, leeftijdsgrenzen in dit geval. (ga nu maar even uit het raam kijken en nadenken over hoe je gezond tachtig mag worden) In het busje begon ik een beetje onrustig te worden. Ik had verwacht dat ik meer last van stijve spieren zou hebben, maar de kilometers met Alice waren eigenlijk uitstekend bevallen.

 De krentenbollen smaakten nog goed en van vermoeidheid had ik geen last. Dat laatste gold trouwens voor iedereen, om half vier ’s nachts hebben we tussen Lunteren en Barneveld nog op de weg staan dansen met elkaar! Intussen werden we ingehaald door een groep lopers uit Hoogland en daarna kwamen we ook nog een groep tegen die helemaal naar Ameland gingen rennen. Sommigen hadden ook een wetsuit aan, want de veerboot vaart ’s nachts niet. Afijn, ik was inmiddels helemaal opgeladen en toen 1 van de fietsers aangaf niet verder te kunnen lopen nam ik een impulsief besluit. Samen met Albert-Jan en Aleida zou ik een rustige vijf kilometer lopen en als dat goed ging zou ik aansluitend mijn eigen stint van 10 kilometer eraan vastknopen. Alles bij elkaar opgeteld zou ik dan op 27 kilometer terechtkomen en in mijn 23 jarige loopcarriere ben ik nooit verder gekomen dan een halve marathon. Zou het dan toch… Samen met Albert-Jan en Aleida ging het inderdaad prima, soepel en relaxt liepen wij onze kilometers door het diepst van de nacht. Zou het dan toch… Vooraf had ik Margreet van mijn voornemen op de hoogte gebracht. Rustig en met verstand lopen en als het niet gaat zou ik gewoon in het busje duiken. Maar de eerste kilometers ging het op rolletjes, ik kon Peter en Margreet aardig bijhouden en aan de horizon begon de dageraad symbolisch te gloren. Bovendien fietste Jacob naast mij en hij hield mijn humeur muzikaal op peil.

Heel makkelijk had ik het mij niet gemaakt, want in deze etappe was ook een viaduct over de A1 opgenomen, met 15 kilometers in de benen was dit toch een wat steilere klim dan anders. In de afdaling kon ik Margreet en Peter bijbenen maar nadat wij Terschuur achter ons gelaten hadden begon de man met de hamer zachte tikjes uit te delen. Bij het gloren van de ochtend moest ik Margreet en Peter laten gaan, stapje voor stapje verdwenen zij in de ochtendnevel. Maar gelukkig was ik niet allenig. Henk bleef op de fiets naast mij rijden en toen hij hoorde van mijn ambitie heeft hij mij de hele weg naar Nijkerk gecoacht. Als duurloper weet hij als geen ander hoe diep je in je reserves moet duiken en hij telde de kilometers voor mij af terwijl hij mij kalmpjes bemoedigde op weg naar mijn persoonlijk langeafstandsrecord. Bliksems, ik wist niet dat ik zulke stadia van vermoeidheid kon bereiken! Ik heb alle gedachten aan afstand uit mijn hoofd gezet, de dopamine, cortisol, adrenaline en sterioden golfden als een euforische cocktail door mijn lijf. Mijn benen voelden als eikenhout, mijn longen locomotieven. Maar ik heb het gered! De opluchting en voldoening bij het zien van mijn loopmaatjes was enorm, ik had een voor mijn schier onbereikbare afstand overbrugd. En daar ging Zeger weer! Voor de 6 e keer ging hij tien kilometer lopen. En Frank-Wim sloot voor de derde keer aan, hij zou dertig kilometer onder zijn schoenzolen door laten lopen.

In het gezelschap van Melissa, Karina en Gisanne draafden zij in gestrekte draf naar Bunschoten. Het was duidelijk dat we de beste lopers voor het laatst hadden bewaard. Zij liepen zo makkelijk dat we de burgemeester bijna uit zijn bed moesten bellen. Het hele dorp was nog in diepe rust toen we de gemeentegrens passeerden, bij het clubhuis aangekomen keken we elkaar vermoeid en dik tevreden in de ogen. Dit hebben we, maar mooi met elkaar gedaan. Sommigen van ons bleven wakker in het clubhuis, anderen hadden dringend behoefte aan een verschoning en om negen uur verzamelden wij ons andermaal bij het clubhuis voor de laatste gezamenlijke 2 kilometer naar het gemeentehuis. 

Het idee was om bij de Hervormde Kerk de vlam over te brengen van de lantaarn via een kaars naar de fakkel. Er waaide echter een grimmige wind door de Dorpstraat waardoor het geen geringe opgave bleek om de vlam ongeschonden te ontsteken. Hierdoor arriveerden wij fashionable late bij het gemeentehuis, opgewacht door een heleboel dorpsgenoten, de pers en een drone. Lammert mocht het vuur aan onze burgemeester overhandigen en een veteraan uit ons dorp mocht het vuur ontsteken. Tijdens de toespraken rolde de fakkel richting de gevel van de raadszaal en de voorzitter van de Oranjevereniging moest onze burgervader tot spoed manen omdat de vlammen zachtjes aan de muur van het gemeentehuis begonnen te likken. Maar niet nadat wij Zeger in het zonnetje hadden gezet. Op zijn bescheiden manier en met een slimme verdeling van zijn krachten heeft hij 60 (!) van de 100 kilometers voor zijn
rekening genomen! Wauw! Deze tocht was geweldig! Wij mochten nog genieten van een ontbijt wat de Oranjevereniging in het Oostwendecollege had georganiseerd en toen begon de slaap het toch van de adrenaline te winnen. Langzaamaan togen wij huiswaarts, met stijve benen, wallen onder de ogen en de herinnering aan een fantastische nachtelijke expeditie die wij met elkaar mochten beleven!

Geschreven door Jos van Diermen