
Op een warme woensdagavond ruilden tien vrijwilligers van hardloopvereniging Quo Vadis hun hardloopschoenen in voor krabbers en tuinhandschoenen. Het doel: het onkruid rond het clubhuis aanpakken, dat inmiddels een eigen ecosysteem leek te zijn begonnen.
Er werd gekrabd, gewied en gesjouwd alsof er een medaille op het spel stond. Na een paar uur flink zweten — en een paar discussies over wat nou eigenlijk echt onkruid was — lag het terrein erbij als een strak onderhouden plein.
De beloning? Geen applaus, maar iets beters: een “Volkstuintje”